De meerwaarde van maatschappelijk verantwoord ondernemen
Een business opbouwen rond een maatschappelijk probleem voelt voor velen contra-intuïtief aan: is geld verdienen aan problemen wel oké? Nochtans is iets pas duurzaam als het kan overleven en dus niet blijvend afhankelijk is van risicokapitaal of donaties. In deze blog belichten we ondernemerskracht als een deugd.

In filantropie wordt vaak verwezen naar de idee dat het beter is om iemand te leren vissen dan om iemand een vis te geven. Dat geldt natuurlijk niet voor alle problemen. Er zijn heel wat maatschappelijke problemen - zoals rampen en ziektes - waarbij donaties cruciaal zijn. Maar er zijn ook voorbeelden van hoe donateurs en bedrijven organisaties en mensen helpen om meer zelfredzaam te worden, zodat een blijvende impact kan gegenereerd worden.
Een voorbeeld is de The Future of Hope Foundation, waarbij er middelen naar weeshuizen gaan om zelf champignons te kunnen kweken. Zo genereren ze zelf inkomsten, waardoor ze veel minder afhankelijk zijn van wisselende donaties en dus een stabielere thuis kunnen vormen voor meer weeskinderen.
Slagkracht van armen vergroten
Inzake armoedebestrijding zijn er ook een aantal organisaties die niet langer enkel voedselhulp geven, maar armen ook helpen om hun slagkracht te vergroten. Dat zorgt voor een boost van het zelfvertrouwen onder armen, waardoor ze meer kansen krijgen én nemen en bijvoorbeeld sneller weer de stap naar werk zetten.
Of zo worden er microkredieten geschonken om start-ups in sloppenwijken te financieren die zowel business als maatschappelijke vooruitgang brengen. Zo kan kapitaal langer effect hebben dan bij een eenmalige donatie.
Donaties blijven belangrijk
Donaties blijven een belangrijk element in elk CSR-beleid. Er zijn heel veel mooie en maatschappelijke relevante organisaties die zich dag in en uit inzetten voor goede doelen.
In een hedendaags CSR-beleid ga je kijken welke maatschappelijke organisaties bijdragen aan je maatschappelijke positionering, zoek je naar een meer structurele samenwerking in plaats van een ad hoc donatie, wordt er gekeken naar versterking van deze organisaties en zoek je naar manieren om de impact zo lang mogelijk te laten voortduren van je donatie en betrek je ook je eigen netwerk, kennis en mensen bij het versterken van je geselecteerde ngo.
Datagebaseerde aanpak van armoede
Binnen de donatiewereld is er ook een trend naar effectief geven en datagestuurd denken. De Nobelprijs voor Economie ging dit jaar naar Esther Duflo, Abhijit Banerjee en Michael Kremer voor hun op experimenten gestoelde onderzoek naar de strijd tegen armoede. Hier wordt vanuit wetenschappers feitelijk gekeken naar welke initiatieven en welke aanpak uiteindelijk het beste werken.
Een bekend voorbeeld is bijvoorbeeld de vraag hoe er meer Afrikaanse kinderen naar school zouden kunnen gaan. Is dit door meer waterputten in de dorpen aan te leggen zodat kinderen niet zoveel tijd meer nodig hebben om water te halen? Is dat door gratis eten te verschaffen op school? Is dat door onderwijs gratis te maken? Door beter sanitair? Door ontwormingsprogramma’s?
Er worden dan set-ups opgestart en elk initiatief wordt van dichtbij opgevolgd om dan uiteindelijk feitelijk te weten welk initiatief het beste bijdraagt aan een probleem.
Lees de whitepaper over maatschappelijk verantwoord ondernemen
Het verstandig opnemen van een maatschappelijke voortrekkersrol heeft ook positieve effecten op je merk als werkgever (employer brand) en op je product- of dienstenmerk. Onze CSR-stratege Astrid vertelt er alles over in deze whitepaper.
Lees de whitepaperMaximaliseer de impact
Daarnaast is er ook een trend naar Effective Giving-denken. Dat gaat over economisch kijken naar donaties en hun effecten berekenen. Hoe kan je met 1 euro het meeste effect creëren? Dit botst vaak met onze eigen intuïtie en gevoelsdenken.
We geven misschien graag 10 euro aan een lokaal ziek kindje om een leuk uitje te faciliteren, terwijl we met dezelfde 10 euro door de aankoop van een muskietennet ook wel een leven zouden kunnen redden. Effective Giving is een puur rationele benadering van effectmaximalisatie van donaties.
Social enterprises
Schoenenmerk TOMS bouwde een impactvolle business met heel wat winst uit via een buy one, give one formule. Ben & Jerry’s, Dopper, Fairphone en Ecover zijn gestart met een probleem en bouwden er een bedrijf rond. Zulke bedrijven worden social enterprises of impactbedrijven genoemd. Investeerders in deze bedrijven noemen zichzelf impactinvesteerders. Deze bedrijven sturen niet alleen op financiële KPI’s, maar ook op impactparameters zoals het aantal mensen dat toegang kreeg tot kapitaal of de vermindering van gebruikte pesticides.
Hoe meet je de impact?
Impactmeting wint aan belang. Hierbij zijn een aantal zaken belangrijk:
- Wie is de begunstigde van de impact?
- Waar bevindt de impact zich?
- Voegt de impact iets toe aan iets wat al bestaat?
Het uitgangspunt bij impactbedrijven wordt intentionality genoemd. De intentie om het verschil te maken zit in de kern van de organisatie vervat.
Er zijn bedrijven die impact en maatschappelijke waarde in euro’s uitdrukken. Zo kun je bijvoorbeeld berekenen wat minder recidive van ex-gevangenen de maatschappij oplevert of hoeveel kosten je bespaart door meer brandwerend materiaal te gebruiken.
Bereken je echte waarde
Bedrijven doen ook vaker oefeningen om hun echte waarde (true value) te berekenen en milieukosten worden eveneens vaker becijferd. Impact meten, true value-denken en milieukost-indicatoren worden steeds belangrijkere sturingsparameters in bedrijven.
Hierbij is het belangrijk om goed na te denken over welke effecten je wilt meten of weten en hoe je deze data gaat verzamelen en opvolgen. Er worden stappen gezet om dit domein toegankelijker te maken. Op impactpad.nl kun je bijvoorbeeld een eenvoudig stappenplan volgen om je impact duidelijker en meetbaarder te maken.
Nogal wat social enterprises beschikken over een B Corps-certificaat, dat verzekert dat bedrijven sociaal, ecologisch en maatschappelijk denken in hun bedrijf geïntegreerd hebben. Terwijl aanvankelijk enkel social enterprises B corps-gecertifieerd waren, zien we vandaag steeds meer grote bedrijven (zoals Danone) het certificaat behalen.

Shared value: vertrek van je eigen organisatie
Shared value-denken heeft een ander uitgangspunt: het begint van een bestaande organisatie en gaat kijken wat dit bedrijf in huis heeft op het vlak van kennis, mensen en producten. Vervolgens worden er maatschappelijke problemen gezocht die in het expertisegebied van dat bedrijf zitten.
Een bekend voorbeeld is Cemex, een grote beursgenoteerde bouwfirma die een opportuniteit zag in het oplossen van een probleem in sloppenwijken, namelijk de vaak slecht gebouwde en onveilige hutjes.
Cemex ontwikkelde een bouwtoolkit met plannen om een huis makkelijk stap voor stap zelf te bouwen én zorgde er ook voor dat al het nodige materiaal (zoals een cementmolen) geleend kon worden.
Door een aantal zaken anders aan te pakken, werd een huis zelf bouwen voor een grotere groep toegankelijk. Door er een aparte business unit rond op te zetten, werd de bouwtoolkit succesvol en konden duizenden huizen aan een erg laag budget gebouwd worden. Daarmee maakte Cemex winst, waardoor deze unit telkens groter kon worden en meer diensten en producten ontwikkeld konden worden die een grote vooruitgang betekenen voor mensen die in sloppenwijken wonen.

Stadia van purpose-denken
Bedrijven doorlopen verschillende stadia in hun purpose-denken. Het begint vaak met goede doelen. Dan volgen dikwijls het verduurzamen van het businessmodel en het lanceren van groene of sociale producten of services. Het zoeken naar nieuwe businesskansen met bestaande skills om maatschappelijke problemen te verkleinen is meestal de meest gevorderde stap.
- Fase 1: donaties/geven
- Fase 2: reductie negatieve effecten
- Fase 3: introductie groene producten/diensten
- Fase 4: shared value-businessmodel
Samenwerking tussen bedrijven
Er zijn bedrijven die ook verder kijken dan zichzelf en nadenken hoe er samen met organisaties kan gewerkt worden aan maatschappelijke vooruitgang. Een mooi voorbeeld is bijvoorbeeld hoe Ecover met het restafval van AB Inbev afwasproducten produceert. Dit zijn organisaties die verder dan hun eigen organisatie zoeken naar maatschappelijke meerwaarde.
Er is soms ook kritiek op het CSR-beleid van organisaties omdat ze nog te veel binnen het huidig economisch en maatschappelijk systeem denken en te weinig aan transformatie werken.
Transformatie
Zo’n transitie is zeker niet gemakkelijk. Transformationeel leiderschap en degelijke creatieve communicatie spelen daarin een belangrijke rol. Een bedrijf met een mooi parcours op dat vlak is Interface: hoe meer tapijten ze verkopen, hoe meer het CO2-probleem wordt teruggedrongen.
Je ziet meer en meer burgers initiatieven nemen die transformatief zijn, zoals eigen groene energiecoöperaties. Burgers gaan dan naar een gedeeld eigenaarschap, naar meer zelf doen en met oplossingen voor morgen aan de slag.

Bedrijven die systemisch denken zijn vandaag nog eerder uitzonderlijk. Systemen moeten ook door politieke leiders aangepast worden. Sign for My Future was een oproep van bedrijven, studenten en middenveldorganisaties om politieke moed voor het klimaat aan de dag te leggen en systemen te maken waarbij ecologische, sociale en financiële systemen beter op elkaar afgestemd zijn.
Hoe pak je CSR aan in jouw onderneming?
Onze CSR-stratege Astrid gaat graag de dialoog met je aan over hoe jouw onderneming maatschappelijk verantwoord ondernemen in zijn kern kan opnemen.
Neem contact op